Samenwerkingsverbanden
Sine Limite - Deventer
Helmond-Mierlo
IJssel Berkel
Westland
Sine Limite - Deventer
Helmond-Mierlo
IJssel Berkel
Westland
In de voorbij jaren hebben vier samenwerkingsverbanden po uitvoerig en zorgvuldig beproefd welke vormen van ondersteuning door leerkrachten worden verlangd, aan welke kennis behoefte bestaat en hoe dat dicht(er)bij de dagelijkse praktijk vorm gegeven kan worden.
Hieronder is voor elk van de samenwerkingsverbanden hun ervaring met Leer-Kracht in de klas beschreven.
Het samenwerkingsverband passend onderwijs in Deventer, Sine Limite, rust op de stevige pijlers van een jarenlange intensieve samenwerking tussen schoolbesturen. Met de directe partners, de gemeente en verschillende zorgpartners bestaat een gedegen samenwerking.
Uniek bij Sine Limite is dat de middelen voor extra ondersteuning in één pot gaan en vervolgens eerlijk verdeeld worden, naar rato van het aantal leerlingen. Het betekent dat het samenwerkingsverband scholen en leerkrachten ontlast, deskundige zorg biedt en verantwoordelijkheid voor die ondersteuning neemt.
De deskundigheid binnen het samenwerkingsverband is in het gemeenschappelijk kennis- en dienstencentrum opgenomen. Grote winst is de fysieke nabijheid van alle spelers. Als je samen koffiedrinkt en zo nu en dan samen eet, helpt dat een goede en nauwe samenwerking.
Het is de missie van Sine Limite om zodanige ondersteuning te bieden, dat ieder kind krijgt wat hij of zij nodig heeft. Met alle besturen samen willen we ieder kind goed onderwijs bieden.
Je kunt zeggen dat 80% van de kinderen het goed doet op school, voor 15% biedt de school zelf extra ondersteuning aan en in 5% van de gevallen gaat het om intensieve begeleiding die vanuit Sine Limite ingezet wordt.
Sine Limite geniet groot vertrouwen. De invoering van passend onderwijs heeft niet geleid tot verschuivingen in de leiding en aansturing. Als besturen van mening zijn dat in het onderwijs extra accenten nodig zijn, dan wordt Sine Limite gevraagd een plan uit te werken en de implementatie ter hand te nemen.
Op het moment van deelname zijn bij het samenwerkingsverband WSNS in Helmond 31 basisscholen, een school voor speciaal basisonderwijs en elf schoolbesturen bij het samenwerkingsverband aangesloten.
Er is in Helmond nadrukkelijk gekozen voor een wijkgerichte benadering. Dat laat zien, dat er terreinen zijn waarop besturen en scholen niet willen concurreren maar samenwerken. Eigenlijk is de samenwerking is de kracht van dit verband. Je kunt natuurlijk allemaal zelf het wiel willen uitvinden, maar de besturen hier in Helmond hebben wel ervaren, dat je alleen misschien sneller gaat, maar dat je samenwerkend verder komt.
Ook in het project Leer-Kracht Primair was de focus gericht op leraren en op hun ondersteuning. In die zin sloot het aan bij een route, waarbinnen met de inzet van enveloppenmiddelen en via het zorgloket expertise 'voelbaar' in de klas moest worden ingezet. Het project werd ondersteund door een beleidsadviesgroep met mensen uit de dagelijkse praktijk: intern begeleiders, adjunct-directeuren, zorgspecialisten, etc..
In de praktijk van het project Leer-Kracht blijkt de grote weerbarstigheid van de materie. Alhoewel breed wordt erkend, dat er in scholen een grote soms ook stille behoefte bestaat aan ondersteuning met name als het gaat om gedragsvragen, beheerst in veel gevallen de waan van de dag de inrichting van de zorg. Op dat toneel draait het om grote vragen over basisondersteuning, de zorgprofielen van individuele scholen, het verdelen van de middelen en de vragen over bestuur en beheer.
Om zo dicht mogelijk bij de ondersteuningsvragen van leraren te kunnen opereren werd in Helmond gezocht naar mogelijkheden die bestaande zorgroutes kunnen aanvullen en verbreden. Het was het streven om het zorgloket van het samenwerkingsverband, naast de zorg rond individuele casussen via de zorgteams, breder toegankelijk te maken voor vragen van leerkrachten over het omgaan met gedrag in de klas.
Er werd gezocht naar een verbreding van het soort vragen waarmee men bij het zorgloket kan aankloppen (mogelijk via de wijkteams). In Helmond bestond het streven om in wijken te werken met vaste teams en dus met collega’s die bekend zijn bij de collega’s in de praktijk. Zij kennen de school, soms ook de leerkracht en nemen deel aan het zorgteam van de school. Het was de bedoeling dat zij ook vaker op de scholen komen, op vaste tijden.
Het samenwerkingsverband IJssel Berkel voor primair onderwijs werkt hard aan de vormgeving van passend onderwijs. De twee voormalige WSNS-verbanden Regio Zutphen en Berkelland zijn in 2014 in elkaar overgegaan. Het huidige verband
Fungeert voor 26 schoolbesturen en 108 scholen. Die scholen waaieren uit over een groot gebied, dat net achter Apeldoorn en Deventer begint en tot aan de Duitse grens loopt.
Op vrijwel alle scholen in het verband wordt handelingsgericht, planmatig en opbrengstgericht gewerkt. Op elke school is een zorgteam aanwezig, dat zich richt op de inrichting van de zorg op de eigen school. In die teams zitten naast leraren en intern begeleiders, ouders en vertegenwoordigers van het schoolmaatschappelijk werk, de jeugdverpleging en een orthopedagoog.
Het school overstijgende Zorg Advies Team is vervangen door een vast panel van samenwerkende deskundigen waarop scholen een beroep kunnen doen. Bij de bespreking van zorgleerlingen schuiven de ouders altijd aan en maken dus de besprekingen mee. De gezinsfactor wordt van groot belang geacht.
Het samenwerkingsverband is erop gericht om scholen en leraren zo direct en snel mogelijk ondersteuning te geven als daar om gevraagd wordt.
Dat betekent de snelle inzet van onderzoeksdeskundigheid, van experts in multidisciplinair overleg en van ambulant begeleiders, indien nodig ook in de vorm van extra handen in de klas.
Met name vanwege de grote onderlinge afstanden tussen de scholen in het samenwerkingsverband is in het project Leer-Kracht Primair een grote nadruk gelegd op kennis delen. In nauwe samenwerking met de projectgroep en de landelijke projectleiding is de app Leer-Kracht Primair tot ontwikkeling gekomen.
Samenwerkingsverband Westland, met circa 45 scholen, 11.000 leerlingen en 800 leraren. Belangrijk motief is ook hier weer het gegeven, dat nadrukkelijk wordt beoogd de ondersteuning van leraren, als het gaat om problemen die met het gedrag samenhangen, de klas in te brengen.
Ook in het Westland is bij collega’s in de praktijk sprake van handelingsverlegenheid in het omgaan met opvallend gedrag van leerlingen. In de ondersteuning is dat steeds een heel belangrijk aandachtspunt.
Uit eigen onderzoek bij het verband aangesloten scholen is in der tijd gebleken dat leraren in 34% van de gevallen problemen zelf de baas kunnen, maar in 46% van de gevallen toch graag ondersteund willen worden. In circa 20% van de gevallen gaat het om problemen die in het speciaal onderwijs aangepakt moeten worden.
Vaak gaat het bij de echt lastige gevallen om meervoudige problematiek waarin problemen met leren, samenvallen met problemen thuis en problemen in de werkhouding. Bij de leerlingen die aangemeld worden bij het zorgloket gaat het om heel weinig kinderen met een enkelvoudige problematiek.
Ook in het Westland hebben ze opgemerkt dat leraren soms de deur dicht gedaan hebben en zo in hun proces zitten dat ze niet meer vragen. Het past ook wel een beetje bij de cultuur van mensen in het Westland, werd daarbij dan opgemerkt. Je hangt de vuile was niet buiten!
Toch is vragen wel de manier om een beetje slimmer te worden. Met die overtuiging is men ook in het samenwerkingsverband met het project aan de slag gegaan. De focus op leraren en hun ondersteuning in klas en groep alleen al heeft in het Westland zijn werking gehad. Als een collega daarna weer iets voor elkaar krijgt dat daarvoor niet is gelukt, dan zijn daar weer een aantal kinderen mee geholpen!